Op 4 oktober 2024 bepaalt het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) in de KNLTB-zaak dat een zuiver commercieel belang een gerechtvaardigd belang kán zijn. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is hiermee (na vijf jaar) teruggefloten.
Wat een gerechtvaardigd belang is, hoeft volgens het HvJEU niet bij wet te worden vastgesteld. Het is aan de nationale rechter om te bepalen of een dergelijk belang bestaat, voor zover die rechtmatig is.En dan ben je er nog steeds niet: de verwerking moet strikt noodzakelijk zijn om het belang te behartigen en de belangen en de fundamentele vrijheden en grondrechten van de betrokkenen (in dit geval de KNLTB-leden) mogen niet zwaarder wegen dat belang.
Een echte verrassing is het niet. De vraag is nu hoe en wanneer de AP haar normuitleg gaat aanpassen. De uitspraak is in ieder geval al opgenomen in de nieuwe richtsnoeren van de European Data Protection Board (EDPB) over deze grondslag. Hiervoor loopt een publieke consultatie tot en met 20 november 2024.
Geschreven door Sarah Stapel